Verhoog jouw productiviteit en creativiteit met slim georganiseerde aantekeningen
Feynman’s notitieboekenToen een historicus de hoogleraar en Nobelprijswinnaar theoretische natuurkunde Richard Feynman ging interviewen, zag hij bij binnenkomst in diens kamer verschillende notitieboeken staan. ‘Wat geweldig om de verslaglegging van uw denken te zien’, zei de interviewer.
‘Nee’, zei Feynman resoluut. ‘Dit is geen verslaglegging van mijn denken. Het is mijn feitelijke denkproces.’ De interviewer probeerde opnieuw: ‘Het werk is gedaan in uw hoofd, en het verslag daarvan is zichtbaar in uw aantekeningen.’ Waarop Feynman nogmaals zijn perspectief benadrukte: ‘Het is geen verslag van mijn denkwerk. Mijn denkwerk vindt plaats op papier, en dit is het papier’ (Gleick, 2011).
De interactie tussen Feynman en diens interviewer lijkt een semantische discussie, maar het punt was voor Feynman fundamenteel. Om goed te kunnen denken is het noodzakelijk om het denkwerk te externaliseren en op die manier te expliciteren. Kortgezegd:
<blockquote>
<p>
Denken is schrijven, schrijven is denken.
</blockquote>
Dit is een belangrijke notie voor kenniswerkers in Nederland. ‘Kenniswerk’ is een begrip dat we vaak gebruiken, maar dat we eigenlijk <a href="https://start.digitalefitheid.nl/c/dit-is-kenniswerk/3-kenniswerk">heel slecht hebben gedefinieerd</a>. Naast een relatieve autonomie, persoonlijke betrokkenheid en creativiteit zijn de meeste mensen het erover eens dat kenniswerk te maken heeft met het benutten van theoretische raamwerken en dat ‘denkwerk’ en het aanspreken van intellectuele vaardigheden belangrijke onderdelen zijn (Pot & Smulders, 2010).
Belangrijker dan de vraag hoe we kenniswerk definiëren is de vraag wat kenniswerkers eigenlijk ‘doen’. In lijn met Feynman kunnen we concluderen dat kenniswerkers in ieder geval schrijvers zijn. Maar hoe pak je het denkwerk, en daarmee het schrijfwerk, zo goed mogelijk aan?
Veel kennisproducten ontstaan vanuit de aantekeningen die we maken. Bijvoorbeeld tijdens het luisteren naar een presentatie of een podcast, of bijvoorbeeld tijdens het lezen van een (studie)boek. Het is echter onvoldoende om enkel aantekeningen te maken. Onze productiviteit en creativiteit schiet pas echt omhoog als we onze aantekeningen ‘slim organiseren’.
Luhman’s ‘Zettelkasten’
Weinig wetenschappers zijn zo productief en creatief geweest als de Duitse sociologie-professor Niklas Luhman. In zijn circa dertigjarige werkzame leven produceerde hij maar liefst 58 boeken en honderden artikelen. Veel van zijn publicaties zijn standaardwerken geworden. Zijn belangrijkste werk ‘Theory of Society’ schudde dankzij een radicale nieuwe theorie niet alleen de sociologische wetenschappen op zijn grondvesten, maar laaide ook verhitte discussies op in aanverwante disciplines zoals filosofie, onderwijs, politieke wetenschappen en psychologie. Luhmans’ werk is veelomvattend, complex en hoogst origineel.
Hoe kreeg hij het voor elkaar om niet alleen zoveel te publiceren, maar bovendien met zoveel creativiteit en en met zo’n hoog kwaliteitsniveau?
Luhman zelf heeft daarvan nooit een geheim gemaakt. Zijn antwoord was dat hij een vast werkproces volgde. Luhman maakte zijn aantekeningen op papier en organiseerde ze in fysieke archiefkasten, zogeheten ‘Zettelkasten’. Hij had zijn aantekeningen ‘slim georganiseerd’ door ze (via nummers) onderling naar elkaar te laten verwijzen. Zo kon hij via aantekeningen over een bepaald onderwerp eenvoudig terecht komen bij gerelateerde aantekeningen en onderwerpen.
Het boek ‘How to Take Smart Notes’ van Sönke Ahrens heeft het werkproces van Luhman grote bekendheid gegeven. Hoewel het voor de papierfans onder ons nog steeds mogelijk is dit werkproces op papier te organiseren, zijn er inmiddels allerlei digitale tools beschikbaar die het werkproces naadloos ondersteunen. Deze tools maken het bovendien mogelijk extra functionaliteiten toe te voegen en het werkproces zo in te richten dat het volledig aansluit op jouw eigen manier van werken.
De stortvloed aan YouTube-video’s en blogs over allerlei tools ‘Persoonlijk KennisManagement’ (PKM) kan het zicht op het onderliggende werkproces ontnemen. Hieronder beschrijf ik daarom zo helder mogelijk mijn interpretatie (en modificatie) van het werkproces van Luhman. Daarbij vermeld ik volledigheidshalve de tools die ik zelf gebruik. Maar nogmaals: het draait niet om de tools, het draait om het onderliggende werkproces.
Mijn Tweede Brein
Mijn Tweede Brein bestaat uit onderling verbonden aantekeningen van alle kennis en informatie die ik verwerk. Ik ‘voed’ en ‘ontwikkel’ mijn Tweede Brein vanuit een beperkt aantal op elkaar ingrijpende werkstromen, die met elkaar één overkoepelend geheel vormen.
Het mooie is dat elk van de werkprocessen uit kleine, leuke en overzichtelijke taken bestaat. Het overzicht maakt dat ik op elk moment met activiteiten kan beginnen, en dat ik er op elk moment mee kan stoppen, om later eenvoudig verder te gaan waar ik was gebleven.
Elk werkproces vraagt bovendien een bepaald type aandacht en specifieke vaardigheden. Daardoor kan ik op basis van hoe ik me op een bepaald moment voel (energieniveau) en het type werk waarin ik op dat moment zin heb (inspiratie en interesse) voor werkstromen met een bepaald type activiteiten kiezen.
Ik werk (parallel) aan meerdere werkstromen en projecten tegelijkertijd. As ik ergens even ‘vast’ komt te zitten, laat ik de activiteit of het project gewoon even liggen, en werk ik door aan iets anders. Er is immers altijd genoeg ander (leuk) werk te doen in mijn Tweede Brein. Ik heb gemerkt dat ik op een later moment, als mijn Eerste Brein 😀 vanuit rust en ontspanning tot nieuwe inzichten en ideeën is gekomen, eenvoudig verder kan gaan vanaf het punt waarop ik eerder ‘vast’ zat. Luhman zei daarover het volgende (Luhmann et al., 1987):
<blockquote>
<p>
<i>'Ik doe alleen wat makkelijk is. Ik schrijf alleen als ik gelijk weet hoe ik he</i>t <i>moet aanpakken. Zodra het schrijven begin te haperen, schuif ik de zaak opzij en ga ik wat anders doen.'</i>
<footer>
<cite>Niklas Luhman</cite>
</footer>
</blockquote>
<h2>Werkstromen</h2><p style="letter-spacing: normal;">Het Tweede Brein bestaat uit de volgende stromen:</p><ol style="letter-spacing: normal;"><li>Content verzamelen en ordenen</li><li>Vluchtige Notities maken</li><li>Literatuur-Notities maken</li><li>Permanente Notities maken, verbinden en ontwikkelen.</li><li>Content produceren</li><li>Content redigeren en publiceren</li></ol><p style="letter-spacing: normal;">Hieronder heb ik een schema gemaakt van de wijze waarop de werkprocessen onderling verbonden zijn:</p>
<img width="1024" height="544" src="https://frisocoumou.nl/wp-content/uploads/2022/01/Paper.Schetsjes.7-1-1024x544.jpeg" alt="Werkstromen" loading="lazy" srcset="https://i0.wp.com/frisocoumou.nl/wp-content/uploads/2022/01/Paper.Schetsjes.7-1-scaled.jpeg?resize=1024%2C544&ssl=1 1024w, https://i0.wp.com/frisocoumou.nl/wp-content/uploads/2022/01/Paper.Schetsjes.7-1-scaled.jpeg?resize=300%2C159&ssl=1 300w, https://i0.wp.com/frisocoumou.nl/wp-content/uploads/2022/01/Paper.Schetsjes.7-1-scaled.jpeg?resize=768%2C408&ssl=1 768w, https://i0.wp.com/frisocoumou.nl/wp-content/uploads/2022/01/Paper.Schetsjes.7-1-scaled.jpeg?resize=1536%2C816&ssl=1 1536w, https://i0.wp.com/frisocoumou.nl/wp-content/uploads/2022/01/Paper.Schetsjes.7-1-scaled.jpeg?resize=2048%2C1088&ssl=1 2048w, https://i0.wp.com/frisocoumou.nl/wp-content/uploads/2022/01/Paper.Schetsjes.7-1-scaled.jpeg?resize=1320%2C702&ssl=1 1320w, https://i0.wp.com/frisocoumou.nl/wp-content/uploads/2022/01/Paper.Schetsjes.7-1-scaled.jpeg?w=2400&ssl=1 2400w" sizes="(max-width: 1024px) 100vw, 1024px" />
<h3><strong>Content verzamelen en ordenen</strong></h3>Bij het verzamelen en ordenen van content maak ik onderscheid tussen gesproken en geschreven content. Bij gesproken content gaat het om informatie en kennis die ik verzamel tijdens gesprekken (ook met mijzelf in de vorm van gedachten) of tijdens het luisteren naar presentaties, podcast, documentaires, films of bijvoorbeeld YouTube-Video’s. Dit is allemaal input voor zogeheten ‘vluchtige notities’. Bij geschreven content gaat het om informatie en kennis uit blogs, artikelen en boeken. Dit is input voor zogeheten ‘literatuurnotities’.</p><ul><li><strong>Bladwijzertool</strong>. Voor het verzamelen van online content is een goede ‘bladwijzer-tool’ onontbeerlijk. Ik gebruik hiervoor <a href="https://raindrop.io/">Raindrop</a>. Alternatieven zijn bijvoorbeeld <a href="https://getpocket.com/nl/">Pocket</a> of <a href="https://www.paperspan.com">Paperspan</a>.</li><li><strong>Referentietool</strong>. Voor het verzamelen en organiseren van (in ieder geval) geschreven content is een goede ‘referentie-tool’ nodig. Ik gebruik hiervoor <a href="https://www.zotero.org/">Zotero</a>. Alternatieven zijn bijvoorbeeld <a href="https://www.mendeley.com">Mendeley</a> of <a href="https://endnote.com">Endnote</a>.</li></ul><h3><strong>Vluchtige notities maken </strong></h3><p>In je vluchtige notities leg ik ideeën vast die ik opdoet vanuit verschillende vormen van gesproken tekst. Dat kunnen eigen ingevingen en gedachten zijn, of ideeën vanuit gesprekken, presentaties, podcasts of video’s.
Vluchtige notities bestaan uit (combinaties van):
- Fragmenten van teksten vanuit de bron (citaten, letterlijke uitspraken etc.);
- Ideeën (eigen of vanuit de bron) uitgedrukt in mijn eigen woorden.
Het is belangrijk notities zoveel mogelijk in eigen woorden te schrijven. Dit vergemakkelijkt het proces om ‘los te komen’ van het argument en de structuur van de bron, en de ideeën vanuit de bron te incorporeren in je eigen denkwereld. Dit is vooral van belang bij literatuur-notities.
- Notitietool. Er zijn talloze notitietools op de markt. Ik gebruik hiervoor Obsidian. Dit is een notitietool die gebruik maakt van Opmaaktaal (Markup). Je schrijft dan in platte tekst en kunt aan die tekst allerlei instructies voor de opmaak toevoegen. Het prettige van Obsidian is dat het gemaakt is om te fungeren als een Tweede Brein. Bovendien blijven alle tekstfiles lokaal op jouw harde schrijf staan en niet in de cloud bij een of andere dienstverlener. Zo behoud je de controle over jouw eigen data. Ahrens beveelt Daniel Lüdecke’s Zettelkasten-software aan.
Literatuur-notities maken
Blogs, artikelen en boeken vragen om meer diepgaande studie. Het proces is hier hetzelfde als bij vluchtige notities: je markeert sommige tekstdelen, en voegt eigen gedachten aan tekstdelen toe (opmerkingen / annotaties). Bij literatuurnotities voeg je bovendien (meta)data toe aan de notitie, zoals bijvoorbeeld de naam van de auteur, de titel van de publicatie, en het jaar van publicatie van artikel of boek. Bij een blog noteer je bijvoorbeeld de URL van de blog.
- Leestool. Het is prettig een goede leestool te hebben voor alle digitale geschreven content. In veel gevallen volstaat een goede pdf en/of e-booklezer waarbij je teksten kunt markeren en opmerkingen kunt toevoegen. Ik gebruik hiervoor MarginNote, onder andere omdat ik in deze app zowel pdf’s als epubs kan lezen en annoteren. Een alternatief is LiquidText. Een relatief nieuwe lees-app, die bovendien goed met Obisidian samenwerkt, is Matter.
Permanente notities maken, verbinden en ontwikkelen
Dit is de kern van mijn Tweede Brein. Permanente notities bevatten alle voor mij belangrijke ideeën, altijd beschreven in mijn eigen woorden. In Obsidian kan je deze ideeën eenvoudig verbinden met andere ideeën, en blijven ontwikkelen:
4a. Maken permanente notities.
Permanente notities mogen kort zijn. Hier is de vereiste vaardigheid om de juiste woorden te vinden en zo bondig mogelijk te formuleren. Een veelgegeven tip daarbij is om per notitie slecht één idee te beschrijven.
Vluchtige notities en literatuur-notities vormen de basis voor permanente notities. Met verloop van tijd ga je steeds vaker content tot je nemen vanuit de vraag: is dit informatie of kennis die bijdraagt aan de ideeën in mijn Tweede Brein? Zowel bevestigende als de daarmee tegenstrijdige informatie en kennis is behulpzaam, het draait vooral om de relevantie van de kennis. Kritische vragen om jezelf te stellen zijn:
-
- Bevestigt deze kennis de ideeën die ik heb? Bouwt het voort op mijn huidige ideeën?
- Spreekt deze kennis de ideeën die ik heb tegen, corrigeert het mijn ideeën?
- Kan ik deze kennis combineren met mijn ideeën?
- Leidt deze kennis bij mij tot nieuwe vragen? Welke vragen zijn dat? Waar kan ik de antwoorden vinden?
Er zijn twee typen permanente notities:
-
- Individuele notities. Dit zijn de individuele permanente notities.
- Ingangspunt-notities. Dit zijn notities die overzicht bieden van verschillende permanente notities. De notities bevatten een soort ‘inhoudopgave’. (Deze notities worden ook wel Maps Of Content of MOC’s genoemd).
4b. Verbinden permanente notities.
Elke nieuwe permanente notitie verbind je met minimaal een andere notitie en/of een Ingangspunt-notitie. Op die manier kan je de nieuwe permanente notitie altijd weer vinden. In Obsidian is het onderling linken van notities een fluitje van een cent.
4c. Ontwikkelen permanente notities.
Vluchtige notities en literatuur-notities kunnen aanleiding geven tot nieuwe permanente notities en/of tot de ontwikkeling van bestaande permanente notities. Het werken in mijn Tweede Brein (in mijn geval in Obsidian) is een heen-en-weer schakelen tussen een gerichte focus op (uitwerking van) bepaalde concepten en een speelse exploratie van nieuwe concepten.
Content produceren
Hier begint het echt creatieve proces! Stappen 1 tot en met 3 staan vooral in het teken van kritische verwerking van kennis, in dit onderdeel maak je eigen kennisproducten. Dat kan van alles zijn: een blog, een vlog, een podcast, een artikel, een boek.
Nooit meer schrijven vanuit een blanco pagina!
Het mooie is dat ideeen voor deze producten nu (emergent / bottom-up) kunnen ontstaan vanuit het Tweede Brein. Brainstormen over onderwerpen is niet langer nodig. Immers: de notities met de meeste verbindingen naar andere notities bevatten klaarblijkelijk kennis die voor jou erg belangrijk is. Dit zijn de centrale concepten of ideeen in jouw denken. En omdat je in de diverse verbonden notities allerlei kennis en informatie hebt opgenomen, is de content voor jouw unieke, creatieve bijdragen al beschikbaar. Je hoeft nooit meer te schrijven vanuit een blanco pagina! Kennisproducten maken wordt nu meer een kwestie van het in de juiste volgorde zetten van onderdelen van een betoog (teksten zijn lineair). Obsidian maakt een grafische weergave van de onderling verbonden notities in het tweede brein:
In de productie-omgeving staan de volgende typen notities:
- Ideeën voor producten (blog, vlog, podcast, artikel, boek)
- Conceptproducten (videoscipts, blogs, artikelen, boeken)
- Productspecifieke aantekeningen (bijvoorbeeld reacties/verbetersuggesties op eerdere concepten, acties om bepaalde zaken nog uit te zoeken, of bijvoorbeeld inhoudsopgaven voor nieuwe (concept)producten.
Tijdens het exploreren van jouw Tweede Brein en het schrijven aan een stuk, zal je tot ontdekking komen dat kennis ontbreekt over bepaalde onderdelen in jouw verhaal. Je springt dan weer naar de eerdere werkstromen van kennis en informatie verzamelen en ordenen, maakt daarover nieuwe aantekeningen enzovoorts.
Content redigeren en publiceren
Hoe de redactie- en publicatie-omgeving eruit ziet, hangt af van de aard van de producten. Als het gaat om geschreven teksten is dat een teksteditor, bij mij is dat bijvoorbeeld MS Word. En als het gaat om een artikel op internet is dat bij mij bijvoorbeeld WordPress. Bij een video-productie of een podcast is er weer andere editing-software aan de orde, en zijn er andere publicatieplatforms. In de laatste stap verlaat ik het Tweede Brein (in Obsidian) en geef ik in de specifieke redactie-omgeving de finishing touch aan het product, waarna ik het publiceer op het meest geschikte platform.
Voordelen Tweede Brein
Voordelen van het werken met een Tweede Brein zijn:
- De vaste werkprocessen creeren ‘mentale ruimte’ om je aandacht richten op diepgaand kritisch en creatief denken.
A good structure is something you can trust. It relieves you from the burden of remembering and keeping track of everything. A good structure enables flow.
– Sönke Ahrens (Ahrens, 2017)
- Deze manier van denken genereert nieuwe inzichten, is cumulatief en geeft veel voldoening en plezier. Hoe meer (verbonden) notities jouw Tweede Brein bevat, des te productiever en creatiever je kunt zijn. Doordat je het eigen kritische en creatieve denkvermogen ontwikkelt, ontwikkel je jezelf als persoon. Werken met jouw Tweede Brein daagt de eigen wereldbeelden, aannames, theorieën en modellen uit.
- Met een tweede brein onthoud je altijd allerlei interessante ideeën die je eerder bent tegen gekomen, maar destijds niet direct kon benutten omdat ze niet relevant waren voor de publicatie waar je op dat moment aan werkte. Je verliest nooit meer ideeën. Doordat het tweede brein allerlei (contextuele) verbindingen bevat, is de kans groot dat je deze ideeën weer tegenkomt als je aan een publicatie gaat werken waar ze iets toevoegen Als je ergens ‘vast’ komt te zitten, laat je het even liggen en ga je wat anders doen. Je kunt eenvoudig aan meerdere projecten en werkstromen tegelijkertijd werken.
- In interviews sprak Luhman over zijn Zettelkasten als ware het een persoonlijke dialoogpartner, met wie hij zijn denkwerk gezamenlijk verrichte:
“I, of course, do not think everything by myself. It happens mainly within the slip-box.”
-Niklas Luhman (Luhmann, Baecker, and Stanitzek, 1987)
Kortom, als je bereid bent te investeren in de ontwikkeling van een aantal op elkaar ingrijpenende vaste werkprocessen, kan Jouw Tweede Brein kan gaan fungeren als jouw persoonlijke:
- dialoogpartner;
- ideeëngenerator;
- productiviteitsmachine.
Nadelen Tweede Brein
Mogelijk nadelen van een Tweede Brein zijn:
- Het vraagt een zekere discipline en investering om te werken volgens de hierboven beschreven vast werkwijze. Het inrichten, bijhouden en doorontwikkelen van een Tweede Brein kan voor sommige mensen te complex zijn en/of overkomen als een te hoge administratieve last ten opzichte van de eventuele voordelen die een Tweede Brein kan opleveren. Naast een andere manier van werken vergt dit een investering in het leren kennen en beheersen van verschillende (digitale) tools.
- Kritisch denken kost moeite. Niet iedereen is dermate actief bezig met persoonlijke ontwikkeling dat ze geïnteresseerd zijn in het maken en ontwikkelen van een Tweede Brein. Niet iedereen heeft de wens, neiging of ambitie de eigen denkbeelden ter discussie te stellen en de eigen aannames en argumentaties te onderzoeken. Niet iedereen is continu op zoek naar nieuwe kennis. Hiervoor is een sterke leer- en ontwikkelorientatie nodig.
- Op het eerste oog lijkt de methodiek meer geschikt voor het schrijven non-fictie, en minder voor het schrijven van fictie zoals romans en thrillers. Er zijn echter voldoende non-fictie schrijvers te vinden op YouTube die toelichten hoe zij bijvoorbeeld Obsidian gebruiken in hun creatieve proces.
Persoonlijke ervaringen
Lezing van het boek van Ahrens en een verdere verdieping in de Zettelkasten-methode leidde bij mij tot een aantal vragen en inzichten. Ik vroeg mijzelf af of ik de afgelopen jaren bij het bestuderen van non-fictie literatuur (boeken, artikelen) niet teveel bezig ben geweest met het begrijpen en doorgronden van de boodschap en redenering van de auteur(s), en te weinig met de betekenis daarvan voor mijn eigen denken en doen. Simpel gezegd: mijn aantekeningen heb ik mogelijk teveel als ‘bijzaak’ gezien, terwijl het eigenlijk de hoofdzaak is. Immers: het zijn vooral onze eigen gedachten die, zeker als we ze onderling met elkaar verbinden, ons eigen denken en onze ontwikkeling vormen. Wanneer we die aantekeningen ontwikkelen, kunnen we beter ‘loskomen’ van de publicaties en gedachten van anderen, en verbanden leggen met andere concepten, ideeën, modellen enzovoorts.
Toen ik dit met een vriend besprak gaf hij met zijn ervaring een ander uiterste weer. Hij zag zichzelf in het verleden juist nauwelijks een gehele boodschap of redenering van een artikel of boek doorgronden, maar kennis gelijk toepassen. Zodra hij tijdens een scan van een artikel of boek iets bruikbaars tegen kwam, benutte hij het in een project en in zijn eigen denken en zoektocht. Het nadeel van deze aanpak was echter dat hij dikwijls, na een periode van doorzoeken en leren, tot de conclusie moest komen dat hetgeen hij fragmentarisch en met vallen en opstaan had geleerd, eigenlijk al in het oorspronkelijke werk goed beschreven was: Wat zou het hem een tijd hebben bespaard als hij die publicatie destijds grondiger had bestudeerd!
Het draait voor elk van ons om het vinden van ‘het juiste midden’ tussen de verschillende uitersten. Ik blijf iemand die het prettig vindt om de opbouw van redeneringen in artikelen en boeken grondig te bestuderen, maar ik ga meer nadruk leggen op mijn eigen aantekeningen en de ontwikkeling van mijn eigen denken. Ik heb mijn workflow gestructureerd volgens de Zettelkasten-methode en ik heb een start gemaakt met Obsidian als belangrijkste bestanddeel in mijn werkstromen. Gaandeweg leer ik de tool(s) steeds beter te benutten. Het prettige is dat Obsidian zo flexibel is dat je het permanent kunt aanpassen aan jouw eigen werkproces. De verschillende werkstromen geven mij overzicht, inzicht en -vanwege de standaardisering- merkbaar meer mentale ruimte om schrijvend te denken en denkend te schrijven.
Misschien helpt de Zettelkasten-methode jou ook. Ik hoop dat ik jou met dit artikel op weg help.
Tips om met een Tweede Brein te beginnen
- Lees het boek boek How to Take Smart Notes van Sönke Ahrens.
- Richt de zes werkstromen in, op basis van de tools die jij het prettigst vindt. Voor het maken, verbinden en ontwikkelen van notities beveel ik een markup-notitie-app aan zoals Obsidian, Notion of Roam Research.
- Bekijk een aantal YouTube video’s over het starten en werken met een Tweede Brein. De onderstaande video van Martin Adams is een goed begin:
- Volg mijn blog 😃 waarin ik in de toekomst meer zal schrijven over de concrete toepassing van de Zettelkasten-methode in Obsidian. Aanmelden voor mijn nieuwsbrief kan via deze link.
Literatuur
Ahrens, S. (2017). How to Take Smart Notes: One Simple Technique to Boost Writing, Learning and Thinking – for Students, Academics and Nonfiction Book Writers. Createspace Independent Publishing Platform.
Gleick, J. (2011). Genius: The Life and Science of Richard Feynman. Open Road Media.
Luhmann, N., Baecker, D., & Stanizek, G. (1987). Archimedes und wir: Interviews (Vol. 143). Merve Verlag.
Pot, F. D., & Smulders, P. G. (2010). Kenniswerkers en kenniswerk. Economisch Statistische Berichten, 95(4587), 365–366.